Brecht, Finance, Joep, Via social media gedeeld, Yvonn

Bijgelovig

Op de werkplek op kantoor die ik me voor de dag wil toe-eigenen, vind ik een uitnodiging voor een vrijdagmiddagborrel, compleet met een zakje mosterd voor bij de smaakvol afgebeelde bitterbal.
De uitnodiging is voor hen die het aandurven om te komen werken op vrijdag de 13e.
Terwijl ik mijn laptop inplug -die vervolgens zichtbaar moeite doet om me hier in ander licht dan thuis het geval is te herkennen-, leg ik de uitnodiging opzij. Tijdens ‘het oude normaal’ was de vrijdag al een vaste thuiswerkdag en ik verwacht niet dat dat in het nieuwste of een toekomstig normaal anders zal zijn. Maar het is niet de datum waarom ik voor de uitnodiging bedank; bijgeloof is zeg maar niet mijn ding. Denk ik.

Een paar uur later hebben een aantal collega’s de uitnodiging inmiddels bekeken maar ligt deze nog steeds op het bureau naast dat waar ik aan werk.
Voor een afspraak die ik graag op kantoor zou plannen, wil ik in GoBright een geschikte vergaderruimte zoeken. Om met de authenticatiecode te bevestigen dat ik het ben die op mijn werkplek inlogt, pak ik mijn telefoon en mijn oog valt op het tijdstip: tien over tien.
Meteen dwalen mijn gedachten af naar mijn oudste dochter en zoon. Zij hangen namelijk wel een bijgeloof aan. Bij een tijdstip als dit moeten ze -lach niet- de binnenkant van hun polsen aanraken. Omdat dat geluk brengt. Zeggen ze.
Dus waarschuwen ze elkaar met een gehaast ‘eenentwintig eenentwintig!’ of ‘zeventien zeventien!’ om vervolgens allebei snel achter elkaar beide polsen aan te raken. Degene die gewaarschuwd wordt, controleert alvorens tot actie over te gaan nog snel even op eigen telefoon of laptop of het wel klopt. Op het verkeerde moment deze handeling uitvoeren is namelijk juist weer vragen om moeilijkheden.
Zeggen ze ook.
Mocht de geluksminuut na de tijdscontrole inmiddels zijn verstreken, dan gaan de schouders teleurgesteld omlaag. Een kans op levensgeluk is dan immers door de vingers geglipt. Maar alsof het om een totaal mislukte voorzet in een belangrijke voetbalwedstrijd gaat, wordt er nog wel vriendelijk bedankt voor de waarschuwing om aan te geven dat de inzet op prijs wordt gesteld.
Uiteraard is het van belang om het ritueel op zoveel mogelijk tijdstippen van een dag uit te voeren. Des te groter de kans op geluk.
Dat klinkt op zich wel logisch. Vind ik. Maar toch. Daardoor voeren ze dit ritueel ook uit als ze niet thuis en/of in ander gezelschap zijn. Een beetje stiekem. Omdat het er misschien toch een beetje vreemd uit ziet. Het naar elkaar roepen laten ze dan overigens achterwege. Gelukkig.

Vraag me niet hoe ze er ooit op gekomen zijn; ik zou het echt niet weten. Wat ik wel weet is dat ze het inmiddels al een paar jaar (!) volhouden. In eerste instantie deed jongste dochter ook mee, maar waar ik hoopte dat het bij de andere twee ook snel zouden overwaaien, zat ik er helaas naast.
Ik heb al meer dan eens gevraagd welk geluk ze door deze tic al ten deel is gevallen maar het antwoord daarop is -uiteraard- dat ze dat niet kunnen zeggen omdat ze niet weten wat ze zouden hebben meegemaakt als ze het niet deden.
Ik heb ook meer dan eens gekscherend en enigszins hysterisch een totaal andere tijd door het huis geroepen ‘Twaalf drieëntwintig!’, ‘Negentien zesenvijftig!’ maar dat vonden ze dan -gek genoeg- weer helemaal niet leuk. Maar geen reden om te stoppen met hun gewoonte; ze doen het nog steeds.
Het gevolg is dat ik ondertussen dusdanig ben afgericht dat ik geen tijdstip met dubbele cijfers meer voorbij kan zien komen zonder voor hen te hopen dat ze die ook zien. En ik kan niet ontkennen dat het een soort van ‘satisfying’ is om ’11:11’ of ’22:22’ op een display te zien verschijnen.

Inmiddels bevindt de oudste dochter zich in een situatie waarin een beetje geluk geen kwaad kan en terwijl zij zich in de kamer naast mijn werkkamer buigt over oefenexamens, heb ik mezelf al een paar keer betrapt op het roepen van de gelukstijdstippen om vervolgens van twee kanten ‘Bedankt!’ te horen.
Op de dag van de borrel heeft Brecht tot haar geluk geen enkel examen op het programma staan. Al thuiswerkend zie ik aan het begin van de middag onder aan mijn beeldscherm dat het ‘dertien dertien’ is en wil ik dit al bijna in een soort reflex naar de kamer naast mij roepen. Net op tijd realiseer ik me dat het in combinatie met het feit dat het vrijdag de dertiende is, misschien helemaal niet zo’n gunstig tijdstip is en weet me op het laatste moment in te houden.
Of dat de beste keuze was, weten we over een paar weken.

Persoonlijk weet ik nog niet wat beter is: zal ik de tijd van de zogeheten ‘examenreis’ van de dochter gebruiken om af te kicken van dit bijgeloof? Of is het verstandiger om juist dan heel veel geluk proberen af te dwingen?
Ik ben er nog niet uit. Maar mocht u me op kantoor als in een reflex toch opeens ‘Tien Tien!’ horen roepen over de verdieping, spreekt u me daar dan vooral op aan.
Alstublieft?

Standaard

Plaats een reactie