Finance, Persoonlijk, Yvonn

Met de trein

Eind jaren ’70 ging ik in de schoolvakanties met mijn moeder en mijn zus op bezoek bij mijn oma die in een bejaardenhuis in het Westland woonde. Van duurzaamheid had nog niemand gehoord maar mijn moeder reed geen auto en mijn vader moest werken en dus was de trein een logische keuze.
Mijn oma was oud en breekbaar; zat hele dagen naar buiten te staren; wist steeds minder goed mijn naam en maakte een steeds groter potje van de verhouding ranja vs water als ze me een glaasje limonade aanbood. In het bejaardenhuis was het warm; rook het onaangenaam en werd ik regelmatig door mijn moeder, bewoners en personeel gewaarschuwd rustig te doen; ook als ik dat naar mijn eigen bescheiden mening toch al was.
Bovendien zag ik altijd een beetje op tegen de busrit van Den Haag CS naar het bejaardentehuis. Op het busstation waaide het altijd even hard als het naar uitlaatgassen stonk; ik had heus wel door dat mijn moeder onzeker was over de keuze van de juiste bus en ik werd misselijk van het voortdurende remmen en weer optrekken van de veel te warme bus.
Maar het ritje met de trein van Gouda naar Den Haag (en ’s middags weer terug!) maakte het allemaal de moeite waard.
Bij het raam keek ik mijn ogen uit naar auto’s op de naastgelegen snelweg en speurde ik naar koeien in het weiland die moesten plassen. Als ik niet naar buiten keek, dan lette ik op het gedrag van mensen in onze coupé. De blik in hun ogen terwijl ze naar buiten keken of hun lichaamshouding als ze de krant wilden lezen; ik vond het allemaal machtig interessant. En ik wist natuurlijk heus wel dat ik niet met mijn vingers in de asbakjes mocht zitten, maar een paar keer de deksels op tillen en weer dicht laten vallen, hoorde er toch zeker gewoon bij? Als de conducteur langs kwam om –zoals Adelheid Roossen het ooit in een reclame van Venco noemde- mijn kaartje met zijn knipmes te doorboren, was de treinreis uiteraard echt compleet.

Oma werd echter steeds breekbaarder en dementer. Ze bleef hele dagen op bed liggen; herkende ook haar kinderen nog maar nauwelijks en overleed. Desondanks ging ik tijdens schoolvakanties nog steeds met mijn moeder en zus met de trein. Niet meer naar oma, maar om ergens te gaan winkelen.
Eind jaren ’80, na die tienertour met mijn beste vriendin, ging ik studeren en treinde ik dagelijks op en neer naar Den Haag.
In de spits stond ik nog wel eens met mijn neus tegen het raam gedrukt; maar liever las ik een boek.
Voor een zo rustig mogelijk plekje, worstelde ik me door de blauwe walm in de rokerscoupé en in de andere coupés waren het de dichtgeschroefde asbakjes die me aan mijn oma deden denken.
Begin jaren ’90 maakte de OV-studentenkaart het mij en mijn vrienden mogelijk om behalve in Den Haag ook uit te gaan naar de It, de Roxy en Nighttown; vlaai te gaan eten in Maastricht en Bossche bollen te halen bij Jan de Groot. Om maar wat te noemen.

Na mijn studie en een aantal andere werkgevers kwam ik in 2007 bij NS terecht.
Op school vertelden mijn kinderen in de loop der jaren menig keer ‘Mamma werkt bij de treinen.’ Geruime tijd hebben zij op weg naar school gezwaaid naar het kantoorgebouw naast de spoorbrug, er van uit gaande dat ik daar dus aan het werk was.
Omdat oma op steenworpafstand van ons woont, nam ik ze in de schoolvakanties mee naar andere plekken. Het Spoorwegmuseum en het Kinderboekenmuseum waren jarenlang favoriet maar inmiddels gaan de meiden met elkaar shoppen in een andere stad dan Gouda.
Zelf reisde ik altijd voor de spits met een aantal vaste medereizigers.
Op twitter had ik het onderweg zo vaak over ‘de #trein van 06u27’ dat een vriendin die ik via dit medium had leren kennen, mij een boek opstuurde met dezelfde titel. Dat was aanleiding om weer eens te gaan lezen in de trein en inmiddels is twitter vrijwel een gepasseerd station. Soms lees ik een boek; soms zie ik het tussen Gouda en Utrecht langzaam licht worden; een enkele keer luister ik mee met medereizigers en regelmatig app ik nog even met man en/of kinderen om ze te herinneren aan of om ze succes te wensen met iets dat die dag moet gebeuren.
In de dienstregeling van een paar jaar geleden veranderde de trein van 06u27 in de trein van 06u29 maar ik bleef trouw.
Tot een paar maanden geleden. Uiteraard.

Op 31 juli jongstleden stond ik er weer. Op perron 3 van station Gouda.
Met man en kinderen neem ik de trein van 07u54 naar Leeuwarden om vervolgens met Arriva door te reizen naar Harlingen Haven waar we de boot nemen naar een heerlijke waddenvakantie.
Ik probeer te zorgen dat mijn kinderen het niet merken, maar ik kan er niet om heen: ik sta simpelweg een beetje te stuiteren.
Ja, we gaan op vakantie en ja, dat is leuk. Maar er is meer.
Achteruitrijdend glijdt Gouda langzaam van me weg terwijl mijn dochter tegenover me in sneltreinvaart Utrecht nadert. Niemand ziet mijn brede glimlach achter mijn mondkapje, maar zij ziet het in m’n ogen. “Je vindt het écht heel leuk he, mam?!”
Ze ziet het goed. Ik vind het écht heel leuk.
Maar ik hoop het vooral zo.
In deze trein. Of eentje later. Of eentje met een andere bestemming.
Een jong meisje. Of een jong jongetje; mij om het even.
Ze kijken hun ogen uit. Binnen of buiten de trein.
Over een aantal jaar weten ze nog steeds dat ze dit deden.
Terwijl het dan hun dagelijkse gang van zaken is.

Standaard
Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Je was er bij

Lang voor raamvisite een begrip was.
En ‘lockdown’ Nederlands; intelligent of niet.
Deed ik al aan wolkzwaaien.
Naar jou.
Was er geen wolkje aan de lucht,
dan was jij ook een dagje uit.
Heel ver.
Dan zwaaide ik ‘s nachts wel.
Naar een ster.

Vandaag is het 9 mei 2020.
Zou jij al 15 jaar niet dood zijn geweest.
Was jij het die net met me skypte;
heel onhandig en schutterig iets tegen me in de camera riep.
Ware het niet. Dat het net een tikkie anders liep.


Vijftien jaar geleden op 9 mei, was Trump nog die man met die toren.
Obama nog onbekend.
Benedictus XVI nog maar net in de plaats van Johannes Paulus II.
Gingen Duisenberg en Bueno de Mesquita nog een paar maanden mee.
En ook Mandela, Mies en Lieve Mona waren nog in leven.
Het duurde nog jaren voor Blind die pass op van Persie zou geven.

Voor jou werd Feyenoord na 1999 nooit meer kampioen.
Zou Joran nooit iets met Natalee doen.
Schni Schna Schnappi deed nooit pijn aan jouw oren.
Prinses Alexia was nog niet eens geboren.
Katrina was nog niet verwoestend over New Orleans heen gegaan.
Gerard Schröder had toen nog Angela Merkel ‘r baan.
Hartstikke nieuw waren YouTube, Google Maps en de algemene identificatieplicht.
En de PVV.
Die was nog niet opgericht.

Gouda had nog geen Huis van de Stad.
De wijk Westergouwe zou nog jarenlang weiland zijn.
Vierkante kilometers uitgestrekt gras en aarde.
Op de Kleiweg was Vroom & Dreesmann een vaste waarde.
Maar ijssalon Italia had ook toen al haar laatste seizoen gehad.

En kijk mij dan.
Andere haarkleur. Nog geen half dertig.
Andere werkgever; nog niks op het spoor.
Moeder van nog maar één lief klein ding.
Dat ik ook tweeling moeder zou worden, had ik nog niet door.

Nooit heb je Brecht zien dansen.
Nooit een balletje getrapt met Joep.
Nooit maakte Madelief een toastje voor je klaar.
Sterzwaaien werd ook voor hen een troostrijk gebaar.

Je gebruikte een mobieltje alleen om mee te bellen.
Volgde niet het nieuws om coronadoden te tellen.
Was van lang voor de anderhalvemetermaatschappij.
En na die ene negende mei,
stond men -om m’n hand te kunnen schudden- zelfs in de rij.


Soms heel bewust
Vaak door omstandigheden gesust
Heb ik je gemist.
Maar.
Even zo vaak heb ik me vergist.
We hebben niks voor jou verzwegen.
Vanaf jouw eigen wolk, heb je alles meegekregen.
Vanaf die ene negende mei.

Was je doodleuk overal bij.

Standaard
Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Ik zie de bui hangen

Ik denk dat Brecht een jaar of acht was. We waren op vakantie op Terschelling en ik fietste met haar door de duinen. De zon verwarmde onze blote armen die fris aanvoelden door een aanzwellend briesje die ons stoempend over het stuur liet buigen als we duin op reden. Het schelpenpad kraakte onder onze banden en ik liet haar de bolletjestrui winnen. We passeerden andere fietsers; groetten de tegenliggers en veerden enthousiast op van konijntjes in het landschap.
Het leven was mooi, de liefde dichtbij en zorgen ver weg.
Afgezien dan van de grote, bijna zwarte wolken die ik in een rap tempo zag naderen. Compleet met strepen die wezen op de fikse regenbui die deze wolken aan het uitstorten waren boven de Noordzee.
Op een kruising stapten we af om te besluiten wat we zouden doen. Nog een klein stukje door naar een strandtent om wat te drinken en te eten? Of toch rechtsaf en dan een klein stukje verder fietsen naar ons vakantieverblijf en de rest van ons vijven?

Voor Brecht was het nauwelijks een keuze. Ze kon de tosti en de Fristi al bijna proeven.
Ik wees haar op de wolken die inmiddels ruimschoots Terschelling leken te hebben bereikt. Als we naar huis zouden fietsen, bleven we de bui misschien niet meer voor maar zaten we daarna wel droog. Als we naar de strandtent gingen, waren we misschien wèl voor de bui binnen maar samen met heel veel andere mensen die willen schuilen voor de regen. Zonder te weten wanneer de bui weer overgedreven zou zijn.
Ze was zichtbaar onder de indruk van de regen die ze in de verte kon zien vallen terwijl wij nog in het zonnetje stonden. Terwijl ze nog stond te genieten in de zon, bekroop haar de angst voor donder, bliksem en fikse regenval. De tegenstrijdige gevoelens verwarden haar zichtbaar. En brachten haar bijna op andere gedachten. Misschien was het toch slimmer om terug te gaan naar huis.

Ik haalde haar over; we vonden een gezellig plekje aan een grote tafel en toen de tosti en de Fristi zichtbaar met smaak waren verorberd, was de donderbui inmiddels afgedropen richting Waddenzee en vasteland en hadden wij alleen nog maar last van een nat zadel.

Inmiddels zijn we acht jaar verder.
We hebben geen vakantie maar weer zie ik donkere wolken in de verte, compleet met regenstrepen van de enorme bui die zich over de mensen daar uitstort.
Deze keer hebben we geen opties.
Bij ons schijnt een heerlijk lentezonnetje maar ik zie er op toe dat we alle vijf onze regenpakken aantrekken, compleet met  plastic zakken over onze schoenen.  In de verte horen we het donderen; in de media zien we plaatjes en lezen we omschrijvingen van bliksemschichten en de schade die ze hebben aangericht. We worden er stil van. Moeten er van slikken.
Terwijl we horen van de eerste druppels die ook hier zijn gevallen, druppelt het besef van de windrichting langzaam binnen.
We zeggen het niet tegen elkaar maar hebben allemaal wel eens ervaren dat je alleen maar kan weten hoe hard het regende als je er zelf doorheen moest fietsen.

De zon schijnt, de regen is dichtbij en de tosti heeft een nare bijsmaak.

(Foto is van internet geplukt…)
Standaard
Brecht, Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Vijftien

Het was maandagmorgen, even over negen en opeens stond mijn wereld stil.
Om daarna anders te gaan draaien dan ‘ie ooit gedaan had.
Met een ander noorden in een totaal ander universum.
Omdat jij er was.

Het was maandagmorgen, even over negen en opeens zag ik het leven anders.
Om daarna nooit meer hetzelfde te zien.
Alles uit een andere hoek.
Omdat jij er was.

Het was maandagmorgen, even over negen en opeens bewandelde ik -onzeker- een grotemensenpad.
Om daar nooit meer van af te kunnen.
Omdat jij er was.

Het was maandagmorgen, even over negen en opeens was ik trots.
Op ons.
Om dat daarna nooit meer niet te zijn.
Omdat jij er was.

Na die maandagmorgen, even over negen, heeft mijn wereld nog wel eens stil gestaan; ben ik het leven nog wel eens anders gaan bekijken; ben ik nog wel eens onzeker een andere weg ingeslagen en was ik nog wel eens met eergevoel vervuld.

Maar.

Het was maandagmorgen, even over negen en opeens wist ik dat het goed was.
Om dat vertrouwen vervolgens nooit meer kwijt te raken.
Omdat jij het was.

Lieve Brecht,
Die maandagmorgen is alweer vijftien jaar geleden.
Vijftien!
Jouw wereld draait op volle toeren.
Je ziet in een rap tempo steeds meer.
Je durft te kiezen voor de wegen die je in slaat.
En je mag zò trots zijn op jou!
Doe dat maar.

Laf joe.

 

Standaard
De wereld volgens Joep, Joep, Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Genieten

Ik heb ze beloofd dat het een traditie zou zijn: als je van de basisschool af gaat mag je op citytrip met een ouder naar keuze naar een stad die te betreinen is binnen het tijdsbestek van drie dagen.
Brecht koos twee jaar geleden voor Parijs. En voor mij.
En nu ik met Joep in Londen ben, is het pas officieel een traditie.
Voor Madelief is het lastig. Parijs klonk fantastisch, maar na afloop van Joep zijn basisschoolverlaterstrip, lijkt Londen ook geweldig. En dan is daar nog de kwestie van de keuze voor de ouder. Ze vindt het sneu voor haar vader als hij niet één keer mag maar geeft ook eerlijk toe bang te zijn de weg kwijt te raken als ze met hem gaat…
Mijn advies om vooral haar hart te volgen, slaat natuurlijk nergens op; dat wijst nou juist twee kanten op…
Gelukkig heeft ze nog een paar maanden.

Maar goed, Londen dus.
Zodra we St. Pancras International uitlopen is het raak: Joep ziet -in overvloed- de rode dubbeldekkers en het links rijdende verkeer wat voor hem de reden was om voor Londen te kiezen!

Ons appartement is fijn; the London Eye; Tower of London; Towerbridge; Covent Garden; Leicester Square; M&M store; Piccadilly Circus; platform 9 3/4; de massa toeristen bij de wisseling van de wacht bij Buckingham Palace; Westminster Abbey; Harrod’s; het Olympisch stadion dat nu in gebruik is door West Ham United; Big Ben in de steigers met the Houses of Parliament; Trafalgar Square; St. Paul’s en Millennium Bridge. We strepen ze allemaal van ons lijstje binnen drie dagen. En niet te vergeten -mind the gap- de ‘tube’.
Net als de metro in Parijs Brecht eerst beangstigde om haar vervolgens met speels gemak in de vele doorgangen te laten lopen, zo is de Londense metro in eerste instantie overweldigend voor Joep. Alle geluiden; alle hordes londenaren; alle warmtegolven op perrons of in de metro zelf zijn benauwend. Maar al aan het eind van de eerste dag gaat Joep makkelijk mee in de stroom die hem zo eenvoudig bij alle bezienswaardigheden brengt. Al snel durft hij een paar meter bij me vandaan te gaan staan of zitten en pas op het allerlaatste moment op te staan als we bij ‘onze’ halte zijn. Als zijn waterflesje met de ideale hoeveelheid water gevuld is, bottleflipt hij op een vol perron met een grijns op zijn gezicht om het verwachte mislukken.
Er stond nog meer op mijn lijstje. Maar besloot keuzes te maken.
En Joep vond alles goed.
Joep zegt niet om de haverklap hoe leuk of mooi of wat-dan-ook hij Londen vindt, maar als hij klapt voor straatartiesten; enthousiast het origineel van musicalliedjes herkent; voor de artiesten op straat gaat zitten en ze geld gaat geven, weet ik dat Joep geniet. Als ik de schaarse dingen die ik weet aan Joep vertel, voeg ik er bijna verontschuldigend aan toe dat ik het (wel) mooi vind. Hij kijkt me niet begrijpend aan en zegt dat hij het ook mooi vindt. Ik geloof hem.

Als we ’s avonds moe naar ons appartement gaan, hebben we grootse lol.
Met je moeder in een tweepersoonsbed is hilarisch, uiteraard.
En gelukkig is er Wi-Fi en kan Joep mij muziek laten horen die hij leuk vindt.
Met de nadruk op hij.

Op de tweede avond kijkt Joep wat YouTube, probeert zijn zus via Whatsappen te ‘pranken’ en smult er van als dat lijkt te lukken. Zelf lees ik even een boek.
Tot Joep opeens een uitspraak doet die me tot tranen weet te roeren.
Een typische Joep-uitspraak.
Denk ik.
Vooral omdat hij hem langs neus en lippen weg maakt.

Een uitspraak die zoveel zegt.
Hoe hij zich jarenlang heeft gevoeld en het leven heeft beleefd; hoe gigantisch veel hij -ondanks de platte tekst van de uitspraak- van zijn zusje houdt en hoe lekker hij nu -12 jaar oud- in zijn vel zit.

Uit het niets, op een tweepersoonsbed in Londen, kijkend naar het schermpje van zijn telefoon en tussen twee oreo’s door:
“Mam, als ik nu zou moeten kiezen wie van ons tweeën -Madelief of ik- dood zou moeten gaan, gewoon omdat je op dat moment MOET kiezen, zou ik toch ‘Madelief’ zeggen…. ik vind het leven eigenlijk te leuk.”

Van lezen kwam niks meer.
Ik was doodop.
Maar het duurde even voor ik sliep.

Standaard
Joep, Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

De tafel van Joep

Joep stampvoette
Joep brulde
Joep krijste
Joep huilde dikke tranen
Toen we hem achterlieten op de peuterspeelzaal
Joep was er nog niet aan toe
Zo sprak de ervaren peuterleidster
Over een half jaar gewoon nog eens proberen
En ik zei – snoeihard als ik ben-…
Dat we dat dus juist niet gingen doen.
Madelief vond het wél leuk op de peuterspeelzaal
Zij zou dus blijven
En Joep zou een half jaar lang twee ochtenden per week
Alleen zijn met zijn vader
Als God in Frankrijk.
Een half jaar later zou Joep ruim drie zijn
En nog minder van zins zijn
Om ‘Frankrijk’ op te geven voor de hel die peuterspeelzaal heet

Het was de stagiaire die voor Joep een tafeltje neer zette bij de deur
Waar hij zo hartverscheurend tegenaan stond te huilen.
En een leeg vel
En verf
Ze draaide het tafeltje om
Trok het wat dichter bij de groep
Nam Joep mee naar buiten
En zag dat Joep na een paar maanden aan de grote tafel zat.
Bij de groep
Waar Madelief zich allang als een vis in het water voelde

Na de peuterspeelzaal volgde uiteraard de kleuterklas.
Weer zo’n grote tafel
Weer met al die andere kinderen
Maar Joep huilde niet
Hij wist inmiddels hoe het werkte
Hoe hij zich daarbinnen moest redden
Maar kwam vaak in de verleiding om net te doen
Alsof zijn tafeltje weer bij de deur stond.
Zijn wereld tot dat tafeltje te verkleinen
Kleuterjuf sprak zijn lerend vermogen aan
Liet hem zien dat er veel te zien en te horen is in de wereld buiten het tafeltje
En dat je daar creatief mee om kunt gaan
Leuke dingen mee kunt doen

Een paar jaar ontbrak het Joep aan inspiratie
Om creatief te denken
Theorie die hij al ergens had opgehaald
Maakte school maar stom
“Alles wat ik op school leer, staat ook in de computer.”
Was Joep zijn uitleg bij deze mening.
Gelukkig en zeer toevallig kwam Joep vervolgens
In de middenbouw
Een aantal jaren na elkaar
In “De leukste klas waar je in kunt zitten.”
Waardoor school draaglijk werd.
Zo draaglijk dat Joep baalde toen hij na een dag ziek te zijn geweest
Nog een dag moest uitzieken.
Van zijn vader.
Bij zijn vader.
Als God in Frankrijk met autopech. Zoiets.
Als een kind dat in de hoek moet staan.
Met een tafeltje bij de deur.
Ver weg van waar het gebeurt.

Nu
Twee bovenbouwjaren later
Weet Joep heel goed dat zijn plek in welke groep dan ook
Niet het tafeltje bij de deur is
Daar mis je de krenten in de pap
Kun je niet goed naar de ander kijken
Want al zeg je niet van ze te leren
Zonder ze kun je ook minder goed filosoferen
Komt je humor nergens aan.

Joep is klaar voor de wereld die straks zo ongekend veel groter wordt.
Lange tijd vond hij het moeilijk te besluiten waar hij zijn tafeltje zou zetten
Niet alle argumenten wezen op deze plek
En gevoel bleek soms best lastig om te lezen

Joep verlaat de basisschool
Als een rustige, lieve jongen
Hij brult niet
Hij krijst niet
Hij stampvoet niet
(Behalve wanneer zijn computer niet doet wat hij zegt… )
Maar Joep huilde al een paar keer dikke tranen
Hij laat veel achter.
Een laatje, een tafelgroep; een klas; een team; een gebouw; een ritme.
Kringen, projecten; leuk én stom, juffen, meesters, vieringen, rekenen, taal en wat al niet meer
Alles wat inmiddels zo vertrouwd en dierbaar was
Maar niet meer op zijn tafel past
En boven alles
Madelief
Heus wel wetend dat zij er eigenlijk altijd is
Haar eigen tafeltje heeft
En dat die altijd naast de zijne staat.

 

joepkleuter

Lieve Joep,
fijne vent
Waar je tafeltje ook staat
Ik ben zò trots op jou
De weg die jij nu al hebt afgelegd
Met lef
En soms met tegenzin.
Maar altijd
Trouw
Aan jou.

Voor nu een hele fijne vakantie
En voor daarna een hele fijne, hele grote tafel
Vlak bij fijne mensen
En gewoon nog altijd
Vlak bij Madelief
En ook heel heel heel graag
Vlak bij mij!

Standaard
Joep, Madelief, Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Precies goed

Ze fietsen voor me.
Het dagelijkse ritje naar school.
Ze hebben mij natuurlijk allang niet meer nodig.
Maar ik moet er ook even zijn.
Madelief torent hoog boven haar broer uit.
Joep trapt zich naar naast zijn soepel fietsende zus.
Ze zeggen niet zo veel tegen elkaar.
Maar dat ben ik na bijna twaalf jaar wel gewend.
Regelmatig komt er best veel geluid uit die twee.
(Nooit door ruzie. Altijd vanwege lol.)
Maar.
Zo lagen ze ook al in de box.
Af en toe een ‘huh’ (Joep) of een kraaiend gilletje (Madelief).
Vaak een hartverscheurende huilbui (Madelief) en soms een brommerig gehum (Joep).
Grote zus kletste in ‘r eentje tien keer zo veel als zij twee samen.
Minstens.
Maar Joep wist dat zijn tijd nog komen zou.
En Madelief kon simpelweg de woorden nog niet vinden.

Joep mocht een nieuwe fiets van oma.
Haar middelbare school-cadeau. Voor hem.
Joep was zeer tevreden.
Maar heeft de fiets vooralsnog gemeden.
Hij kent zichzelf.
Is niet zo zeker op die nieuwe fiets.
En vindt dat veel te gevaarlijk in druk naar-school-verkeer.
Ik geef hem gelijk.
Prijs hem om zijn inzicht en zelfkennis.
Hij is er van overtuigd dat het wel goed komt.
In de vakantie gaat ‘ie oefenen én groeien.
Ik ga hem helpen met dat eerste.
En dat tweede vooral mentaal.
Je zou het misschien niet denken.
Maar dat heeft ‘ie soms hard nodig.
Even handje vast en samen stappen.
En dan voelen hoe je dit ook gewoon zelf kan.
Waar de theorie in grote porties tegelijk komt binnen waaien.
Om te blijven zitten op plekken waar hij het razendsnel vandaan kan toveren,
daar is de praktijk vaak veel lastiger onder de knie te krijgen.
Tot je er voor gaat.
Angst opzij omdat iedereen het toch zeker doet.
Of omdat het ooit toch moet.
Op het moment dat je stopt met bedenken en beredeneren.
Hoe ingewikkeld ook.
Dan verbaas je soms jezelf.
Dus ook ik weet: dat komt goed.

Madelief mocht ook een nieuwe fiets van oma.
Haar middelbare school-cadeau. Voor haar.
Een jaar te vroeg.
Maar absoluut niet minder nodig.
Madelief deed een dansje van plezier.
En toen nog een stuk of vier.
Kon nauwelijks wachten om naar huis te fietsen.
Ik geef haar groot gelijk.
Prijs haar om haar moed en enthousiasme.
Niks lezen, leren, beredeneren of iets met getallen.
Gewoon doen.
Ze straalt.
Ze doet niet onder voor een ander.
Voelt zich niet ‘anders’ of ‘raar’.
Want je zou het soms niet denken.
Maar daar heeft ze soms echt last van.
Tot ze zuiver op gevoel mag.
Minderwaardigheid opzij omdat jij zeker bent van je zaak.
Of omdat het ooit toch moet.
Op het moment dat je stopt met onzeker zijn.
Dan verras je soms vriend en vijand.
Dus weet: met jou komt het helemaal goed.

Ik mijmer wat
Er gaat wat tijd voorbij
We moeten naar bij de ortho
En jullie fietsen voor mij

Ik mijmer wat
Er gaat wat tijd voorbij
Orthodontist heeft gesproken
Een blok, een beugel en twee keer slotjes overal.
En jullie fietsen voor mij

Ik mijmer vaak
Er is al twaalf jaar voorbij
Jullie groeien echt als kool.
Niet eens zozeer fysiek.
Ik ben zo gruwelijk trots.
Want ik zie lief.
Aardig.
Mooi.
Rustig.
Ook heus wel eens druk.
Puur.
Authentiek.
Vol humor.
Tikje onhandig af en toe.
Ik zie ook onafscheidelijk.
Hoe dan ook.
Vrienden voor het leven.
Ik zie sociaal.
Ik zie analytisch.
Het is maar net naar welke kant ik kijk.
Ik zie twee fantastische mensenkinderen.
En vandaag.
Zie ik twee keer twaalf.

Straks.
Over nog wat weken.
Als we terug zijn van vakantie.
Krijgen ze allebei een beugel.
En, heus, ik snap inmiddels dat het moet.
Maar ik vind het eigenlijk nog steeds een stomme actie.
Ik vind ze namelijk allebei
Precies goed

fotoo voor madelief 1

Standaard
Brecht, Niet via social media gedeeld, Persoonlijk

Dans

Dertig keer
Zo’n twintig meisjes
Dansen op de maat
En op de beat
Of in de flow

Meisje naast me
Kijkt met me mee
En jij wordt nummer twee

Dertig keer
Zo’n twintig meisjes
Altijd leuk
Als er opeens
Een jongen tussen staat

Eén van die meisjes
Is van mij
Daarom
Ben ik er bij

Meisje naast me
Ook van mij
Kijkt dus
Enthousiast
Ontroerd wellicht
Naar haar zus

Mijn dochter danst
Tussen zovelen
Wil de beat
De flow
De maat
Graag delen

Mijn meisje danst
En geniet
Van beat
Van flow
Van show
Ze straalt
En haalt
Met gemak
De trots in mij
Naar boven

Ik kijk
Hoe ze danst
Hoe ze straalt
Hoe ze geniet
En
Naar borrelend klein verdriet
Want wie dit ziet
Haar vader niet.

 

 

 

Standaard
Brecht, Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Jij. Bent 5114 dagen!

Je bent lief
Je bent eigenwijs
Je bent zò onnodig zò onzeker
Voor onnodig veel onnodig bang
Je bent –als het er op aan komt- juist zo dapper
En stoer
Je bent mooi
(Echt wel!)
Je danst
Je bent een piekeraar
Je bent hulpvaardig
Je bent ijverig
Je kunt zoveel
Je hebt talent
Zoveel
Voor zoveel
Je bent opgeruimd
Een opruimer
Je bent een vriendin
Je bent een volhouder
Je bent vastberaden
Je hebt lef
Je kletst wat af
Je bent sterk
Je bent misschien klein
Maar groots
Je bent een winnaar
Een moedermaker
Je bent verstandig
En zelfstandig
Je bent aanwezig
Als je thuis bent
Je bent een mailer
Geen beller
Je kunt slecht tegen geluidjes
(Die je niet zelf maakt.)
Je ziet altijd beren op de weg
Hele grote die van dichtbij opeens best klein zijn
Je bent een fijne grote zus
Je bent een schoenenmens
Je bent meer van de chips dan van chocola
Die er toch ook wel in blijft
Je bent een groentemens
Geen fruitmens
Je hebt soms een kort lontje
Of lange tenen
Of misschien wel allebei!
Je bent bijna uitgebeugeld
Je bent geen ontbijter
Wel een avondmens
Je hebt snapdagen
Maar niet met mij
Je hebt vandaag een NASK-toets
Je houdt niet van taart
En wel van de lente
Je bent een knuffelkont
Je zoekt altijd naar de grens
En zult die nog lang niet vinden
Je weet wat je wilt
Verdomd goed
Je bent talig
Je bent gezellig
En soms ook niet
Soms ben je ook reuze-irritant
Je bent net een mens
Je bent mijn dochter
En daar ben ik dan weer heel erg trots op
En blij mee
Je bent nog zo ontzettend vreselijk gruwelijk veel meer dan dit
En zo mooi als je jij bent

Maar vandaag ben je vooral 5114 dagen
14 jaar
Want vandaag ben je jarig.

Brecht 14

Lieve Brecht
Ik hou van jou
Nog vele mooie, fijne jaren
En een leuke dag vandaag!

Standaard
Madelief, Persoonlijk, Via social media gedeeld, Yvonn

Mief! Je bent elf!!

Lieve Mief,

Tjonge! Het is vandaag jouw elfde verjaardag.
Vandaag is het alweer elf jaar geleden dat wat artsen en verplegend personeel jou op de wereld hebben gezet. Ik lag er bij en keek er niet eens naar.
Daar was geen tijd meer voor.
Sindsdien lijkt de tijd voorbij gevlogen!
Terugkijkend vlieg ik van de ene herinnering naar de andere.
En je kent me; ik kijk graag op die herinneringen terug.
Die maken me trots.
Die vertederen me.
Die brengen spontaan een lach op mijn gezicht.
(En ik geef toe: ik zie ook heel veel dingen voor me die jij per ongeluk niet expres zo maar opeens plotseling zonder na te denken achteloos kapot wist te friemelen. En dan zei je ‘Oepsie!’, lachte je stralendste lach en alles leek weer heel…)
Maar ik kan niet eens beschrijven met hoeveel plezier ik terug kijk op de afgelopen elf jaren.
Elf!
Schat, wat word je groot!

Even graag zie ik wie je nu bent.
Met al je liefde.
Met al je onnodige onzekerheden.
Met je bijzondere vriendschap met Joep.
En niet in het minst je enorme berg talent om mens te zijn. Een leuk mens. Een fijn mens. Een precies-goed-mens.
Waar ik waarschijnlijk mijn leven lang twijfel aan wie ik nou eigenlijk helemaal ben ten opzichte van alle andere mensen op de wereld, sta jij op je elfde al je vrouwtje te staan. En straalt dat ook uit. Dat je er komt. Hoe dan ook. En goed ook.
En ik geloof je.
Nee, ik ben overtuigd!
Nu ben je nog onzeker door alles wat niet gaat zoals het bij de meeste anderen gaat; door dingen die soms zoveel moeite kosten.
Maar de dag dat jij niet meer twijfelt aan wat je wel kunt, én hoeveel dat waard is, komt snel dichterbij.
Dat je weet dat schrijven en alles met getallen verdomd moeilijk is maar dat er zo vreselijk veel meer is dan dat.
En dat jij die dingen nou juist allemaal doet zonder je hand er voor om te draaien. Nu al.
En dat vind ik zo knap van jou; daar kijk ik zo graag naar.
Je bent wie je bent .
Jij bent in staat gebleken de wereld mooier te kleuren alleen al door er te zijn.
Schijnbaar onvermoeibaar.
Ondanks al je twijfel en je zorgen. Over jou.
En als je je twijfel wel eens los laat –want je bent zo’n lekkere dame met pit!- dan kom je met briljante ideeën en slimme opmerkingen, doorgaans een beetje grappend.
En stralend.
Dan zit er niks anders op dan nog meer van je te genieten.
Van je puurheid.
Van je unieke jij.

Ik kan alleen maar hopen dat je dat nog veel vaker gaat doen.
En dat ik naast je mag blijven lopen.
Dat ik je bij kan blijven benen.  Want dat vraag ik me af.
Ondertussen blijf ik nieuwsgierig naar wat er nog meer komen gaat.
Of je daadwerkelijk zult weten wat je waard bent.
Of je daadwerkelijk weet wat het waard is wat jij kunt.
Of je niet alleen zult doen en zeggen wat sociaal wenselijk is.
Dat je soms om hulp vraagt en weet dat je het minstens zo vaak zelf geeft.
Dat je ook voor jezelf oprecht blij zult kunnen zijn.
Vaak en vaker.
Zodat je altijd jij zult kunnen zijn.
Want jij bent jij en van jou is er maar één.

Voorlopig ben je elf.  Alweer elf.
Dat kleine dunne meisje dat in de box zichtbaar nog niet lekker in ‘r velletje zat, staat aan de vroege vooravond van puberteit, beslissingen en veranderingen. Enerzijds nog jong en speels; anderzijds steeds meer vastberaden op pad naar het leven dat jou past als een jas.

Lieve Madelief, ik ben zo waanzinnig trots dat uitgerekend ik jouw moeder ben.
Het aantal dingen waar je mij bij nodig hebt, neemt in rap tempo af, maar er is één ding waarvan ik het nodig vind om het je eindeloos te vertellen.
Opdat je nooit twijfelt, laat staan vergeet:
Dat ik eindeloos van je hou.
Gewoon. Van jou.
Om jou.

Gefeliciteerd, liefste jongste dochter / Allerliefste Mief!
Je allergrootste fan – Mamma

miefinlijstje11

 

 

Standaard